Daar zit ik dan in het doorweekte mos midden op Spitsbergen. Ik voel de kou van de arctische grond al door mijn broek en ik vrees dat deze ondanks het labeltje ‘waterdicht’ niet lang meer bestand is tegen de plas water waar ik in zit. Al dat ongemak ben ik snel weer vergeten als de eerste poolvos behoedzaam naar ons toe komt sluipen. De nieuwsgierigheid en verwondering is duidelijk geheel wederzijds bij dit jonge vosje. Na enkele steelse blikken richting al die vreemde bezoekers met nog gekkere uitdossing kiest hij het hazenpad en gaat er in een sprint vandoor. Voor ons zit er niets anders op dan af te wachten tot de volgende ontmoeting. Wellicht met een broertje of zusje? De bemanning van ons schip MS Origo wakkert onze vurige hoop nog eens aan door te vertellen dat de burcht zes welpjes telt.
Twee vosjes brengen ons bliksembezoekjes waarbij zij continue net achter ons langs rennen. Het doet me denken aan hun neven en nichten in de Amsterdamse Waterleidingduinen die mij ook altijd sneaky in mijn voetsporen volgen. Met het grote verschil dat deze poolvossen niet leven op een dieet van sultana en worst, maar nog moeten jagen voor de kost. De vele uitgerukte veren langs de kust zijn de stille getuigen van de eetlust van deze kleine rovers. Als het eenmaal tijd is voor de jacht worden wij snel weer snel alleen gelaten met de regen. Ik voel inmiddels het water langs mijn benen stromen. Niet echt een fijne combinatie met twee graden boven nul!
Na het eten is het blijkbaar tijd voor een schoonheidsslaapje, want even later vinden wij één van de vossen al luierend op een rots. Even behoedzaam als het welpje eerder was, sluipen wij nu langzaam dichterbij om die hoge aaibaarheidsfactor te vereeuwigen. Die aaibaarheid is een ware vloek voor de vossen. Ik wil niet weten hoeveel dieren al zijn geëindigd als bontjas voor een of andere rijke dame. Blijkbaar heeft dit welpje in de gaten dat hij niets van ons te vrezen heeft, behalve een hoop geratel van camera’s dat hem uit zijn slaap houdt. Hoogstens spiekt hij zo nu en dan tussen zijn pluizige vacht door om te zien of al die lenzen nog steeds op hem gericht zijn. Even later besluit hij met een grote geeuw toch op te staan en draaien onze camera’s weer overuren. Dit is waar wij de laatste dagen van onze reis naar toe hadden geleefd. Hopen mochten we niet teveel van onze reisleider, maar deden het stiekem toch. En als je dan op de terugweg koud, moe en nat in de boot zit, kan je alleen nog maar grijnzen.
Hoi Caroline,
Wat een beleving zeg, prachtig om mee te maken en te zien. Klasse!
Peter
Merci!
Ha Caroline,
Heel, heel mooi. Ik kan me de ervaring levendig voorstellen, vanuit een heel ander perspectief. Wel een feestje om te lezen en te bekijken!
Gosh…ik had er al wat beelden van gezien, maar ik blíjf smelten…
Wat een prachtdiertjes, zeker in dat perfecte mos-decor en uiteraard ook weer mooi & vakkundig vastgelegd.
Grtz,
Roeselien